Benoit Allart toonde zich afgelopen zondag heer en meester in de Rally de la Famenne. De lokale garagehouder was bij zijn tweede optreden met de Skoda Fabia WRC van David Bonjean 3min 31 sneller dan streekgenoot Olivier Collard (Lancer Evo X).
Niet topfavoriet Jean-Pierre Vandewauwer maar wel Benoit Allart ging zondagmorgen het snelst van start in de Rally de la Famenne. Maar de tienvoudige winnaar was niet onder de druk en zette even later ook enkele besttijden op de tabellen. Het boeiende duel tussen beide kemphanen werd echter vroegtijdig afgebroken toen Vandewauwer met de Peugeot 307 WRC van GPC Motorsport aan hoge snelheid van de baan ging door een leegloper.
De laatste boucle werd nog verstoord door enkele regenbuien, maar dit kon leider Allart niet meer verontrusten. De voormalige pistard controleerde rustig zijn ruime voorsprong en sloot zo zijn tweede wedstrijd in een WRC met een overwinning af. De Ford Fiesta R5 van Jourdan Serderidis raakte flink beschadigd tijdens een test, zodat hij zijn maidentrip met een WRC beleefde aan het stuur van de Ford Fiesta RS WRC van Philip Cracco. Wedijveren met de koplopers zat er nooit in, maar met een scratch op de slotproef en een finale derde plaats was de progressie van Serderidis merkbaar.
Beide WRC’s werden finaal gescheiden door de Lancer Evo X van Olivier Collard. ‘Flash’ was hier erg blij mee, want in de slotronde werd zijn Mitsubishi fel geplaagd door problemen met de versnellingsbak. Ook voor de resterende ereplaatsen werd het een bewogen wedstrijd. Laurent Léonard (Impreza WRX) ging al op de tweede proef van de baan, terwijl Frederic Jamoulle de Skoda Fabia R2 uit de ateliers van Listrez Motorsport op zijn dak parkeerde. De Luxemburger Steve Zimmer raakte niet veel verder. Na een touchette op kp 5 stond de ex-Lefevere BMW M3 E46 aan de kant met een beschadigde ophanging. Hetzelfde euvel werd ook Jordan Scaillet fataal op verbinding naar KP 1. De piloot uit Namen had ongetwijfeld meer verwacht van zijn wederoptreden met de BMW M3. Kris Princen (Clio R3) gaf er dan weer zelf de brui aan door ziekte van zijn copiloot en ook Tuur Vanden Abeele besloot de eerste meters met de nieuwe Lancer Evo 7 voortijdig te staken door aanhoudende remproblemen.
Jean-Marie Wirtz (Lancer Evo 9) had minder geluk. Zijn jacht op een podiumplaats eindigde met een reeks koprollen en een gebroken sleutelbeen voor de piloot. Corijder Kenny Van Der Snickt liep meerdere letsels aan de ribben op. Cédric de Cecco (Peugeot 208 R2) was de snelste man in R2, maar zijn wedstrijd eindigde na een ongeval op verbinding. Daardoor haalde de Zweed Pontus Tindemand (Fiesta R2) met zijn 4de plaats alsnog de klassewinst binnen. Harry Hérion (Clio) profiteerde van de opgave van Julien Colette (Impreza WRX, turbo) en de problemen op de slotproef van Hubert Deferm (BMW M3) om de top 5 binnen te duiken.
In divisie 1-2-3 vielen weinig verrassingen te noteren. Favoriet Laurent Wilkin (Peugeot 306) klaarde de klus na een vlekkeloze wedstrijd. Eerste achtervolger Maxime Warlomont (Clio) ging halfweg wedstrijd van de baan, wat Patrick Grignet (Clio) vrije doorgang gaf naar de tweede plaats. David Schmetz (Clio) eindigde ondanks een sputterende motor als derde. (foto Loïc Abras & Xavier Genette)